23 08 Lochem (mee met Mooi Twente)


Ik had blijkbaar een schop onder mijn achterste nodig. Wat fietsen betreft kwam na Maastricht niet veel uit mijn benen. Zelfs wegenkaarten raakte ik niet aan. Zou het angst zijn voor weer een zere knie onderweg? Zou het door het weer komen? Vind ik het nog leuk genoeg? Mis ik bestemmingen om heen te fietsen? Zou het de lekke band zijn verleden week? Waarbij ik zo kwam te knooien met de buitenband, dat ik de trein zelfs heb genomen? Stel ik mezelf teveel vragen?

 

Ik besloot heil te zoeken bij gezelligheid. Fietsen moet leuk zijn en blijven. Daarom heb ik me maar aangemeld om weer eens mee te gaan doen met de maandelijkse tocht van ligfietsclub Mooi Twente. Zo ervaar ik samen met anderen de beleving van het ligfietsen. 

Mooi stukkie

In colonne over een boerenerf

De start was dit keer in Delden, niet al te ver van hier. Voordeel, de route hoef ik niet uit te zoeken, het is aansluiten en meefietsen. Je kunt gewoon achterover leunen en meetrappen. Leuk vind ik ook aan “Mooi Twente”, dat je met de meeste deelnemers in het dialect kunt communiceren.

 

Om te kijken of het fietspad langs het Twentekanaal inmiddels weer begaanbaar was, ging ik daar maar langs. De vorige keer moest ik hier een eindje omfietsen. Ook dit keer was dit het geval. Eenmaal de watertoren in het vizier van Delden bleek dat ik veel te vroeg weg was gegaan en te snel had gereden. Nog voor 9 uur was ik in het centrum, een uur te vroeg voor de start. Ik besloot wat tijd te doden door wat deodorant en bananen bij de supermarkt te halen. Het was al best benauwd weer, dus de korte broek kon aan.

 

 

Als eerste kwam ik aan op de plek van afspraak, Aparthotel in Delden. Na water aanvullen, kwamen er steeds meer aan fietsen, en was het al vlug gezellig. Terwijl ik nog gapend stond te peinzen wie wie ook al weer was, kenden ze mij allemaal bij mijn bijnaam. Met allemaal ligfietsen in allerlei vormen en kleuren vertrokken we rond tienen in colonne in westelijke richting. De route ging langs autoluwe wegen waarbij een enkele dorp aangedaan wordt. Zo hoef je niet steeds op elkaar te wachten. De heenweg was via Gelselaar. Ik fietste samen met Evert Jan voorop, hij had de route, zodat we samen als open liggers de snelheid konden aangeven. De rest hobbelde erachteraan. Soms kon ik het ook niet laten om me tussen de achterban te mengen, om ook eens met andere liggers te praten.

 

Voorop rijden om snelheid te zorgen

We waren in Lochem voor we er erg in hadden. Bij gebrek aan ruimte buiten hebben we binnen gezeten om een bakkie te doen. Allemaal fietsverhalen die over de tafel gaan tussen alle gebak en koffie door.

Toen we wegreden regende het nog een beetje na. De echte bui was er ongemerkt over gekomen toen we binnen waren. Wat benauwdheid betreft werd het wel aangenamer buiten.

 

met Wim heb ik eerder gereden

Lochem

Gezellige club

De terugweg naar Delden ging via Exel en wat voorzichtige klimmetjes in de omgeving van Markelo. Mooi is dat je de hele route wel over herkenbare stukken komt, maar ik me toch ook hele gedeelten af zat te vragen waar ik aan het fietsen was. Dat kwam ook door het vele geklets onderweg. We waren ook zo weer in Delden bij het hotel. Het begon me ook qua weer steeds benauwder te worden. Zeg maar rustig klef, alsof je in een sauna fietst.

 

 

De borrel na heb ik afgeslagen, vond het mooi geweest zo. Na vlug wat water en boterhammen naar binnen schuiven ben ik er vandoor gegaan. Na lang dubben besloot ik nu via Almelo zelf te gaan. Het is al 2 ijstijden geleden dat ik via deze kant vanaf Bornerbroek de stad in ben gereden, en nu weet ik ook alweer waarom.

 

Deze kant van Almelo binnenkomen vond ik samenvattend in een woord: ,,treurnis". 

Het onkruid stond junglehoog in de tuinen, de apen slingerden me net niet boven de pet voorbij. Bij een weg oversteken kwam me een vrouw brullend van verdriet tegemoet. En per slot van rekening moest ik schuilen voor een dikke plensbui onder de overkapping bij het station van Almelo. Ik had geen jas mee, en het ergste regen kon ik wel even afwachten. Er was daar ook een kebabzaak. Ik heb het lekkerste wat ik kon vinden gekocht, en zocht met een blikje fris de fiets weer op. De laatste paar kilometer ben ik met licht gesputter naar huis gereden. Totaal zo'n 130 kilometer. Het is geen record, maar ik ben blij dat ik ben gegaan. Ik heb geloof ik gevonden wat ik kwijt was.

Het was heel gezellig, Tonnie bedankt voor het uitzetten van de mooie route, de rest voor de gezelligheid.