22 08 Nummer Eén

We fietsen door een uitgestorven Cadzand-bad. De Duitsers kun je horen snurken uit de hotelkamers. Terrassen staan er treurig bij met de parasols ingeklapt.
Ja, het is een we dit keer, mijn pa, die naast me op de camping staat, is een keertje mee. Hij op een elektrische fiets, ik zonder. Hij zat al op me te wachten met thermoskan koffie, en boterhammen met droge worst. Aangezien hij pas een nieuwe knie heeft een rondje van 45 km maximaal.

Langs de kustlijn noordwaarts genieten we samen van de kleuren in de lucht. We praten niet veel. Het is de zee die het meeste geluid maakt. Zijn fiets zoemt, de mijne ratelt. Hij vliegt de duinen naar boven, ik heb een wat langere aanloop nodig. We komen nauwelijks mensen tegen. Een enkeling waagt zich naar de rand van Nederland. De zwart witte vuurtoren zendt haar  lichtsignalen naar de schepen op zee. Vlissingen kun je zien liggen. De haven van Breskens staat vol rijkdom waarvan de waarde uitgedrukt wordt in boten en dure auto's. Wij voelen ons misschien wel rijker nu we gezond de zon boven de horizon uit zien komen als de zee Westerschelde wordt.

Dikke ganzen worden snaterend wakker als we er langs fietsen, en weten niet hoe snel ze het water in moeten komen.
 Op het eiland verderop zouden zeehonden moeten zijn, ik dacht dat ik ze heb kunnen zien. Plaatsje Nummer Éen ligt rechts van ons. Het water ruilen we om voor vrijwel leeg land. Miniscule huisjes en hun landerijen staan langs de weg. Wereldproblemen van landelijk niveau blijven net zo onopgelost als toen we vertrokken.

Afgezien van het dorp Schoondijke, zijn het huizenhopen Akkerput en Scherpbier waar we doorheen komen. Gehuchten eigenlijk te klein om het een naam te geven. Foto's maken komen we haast niet aan toe. We komen op een verassende bospaadje bij de Kotter Cadzand weer binnen en weten de weg naar de camping. Daar waar de rest net de dag net is begonnen aan de ontbijttafel.

Maak jouw eigen website met JouwWeb