22 08 Bonn


De boterhammen plamuur ik met pindakaas. De koffie loopt. Mooi. Ik ben blij dat ik geknipt ben, dat scheelt weer zweten. Het zal 30 plus worden. En 200 plus. Alles is gepakt en zit in de fietstas. Ik heb er zin in. De inmiddels slapende jongens geef ik nog een aai over de bol, kus mijn vrouw welterusten en ga.

 

Ik draai het fietspad op 'de Wustemoat' richting Hoge Hexel, komt hij net boven de horizon tevoorschijn. Een grote oranje supermaan. De lucht neemt vol kleur afscheid van de zon die zo dominant aanwezig is deze dagen. De straat voelt nog warm. Ik heb wel even gelegen tussen de middag, maar door de benodigde ventilator met een decibelfactor op stand  Chinook kwam van slapen niet veel. Dit keer ben ik na 2 uitgebreide bakken koffie op pad gegaan rond de klok van 10 's avonds. Allemaal ingecalculeerde tijd vanwege de trein terug, en punt van licht worden niet te laat te hebben.

In Enter kon ik het niet laten om rakelings langs een groep dames te fietsen die op terras met de rug naar en vlak aan de straat zaten. Een fietsbel, een gil, ,,huh!?" En ,,wtf" en ik ben ook al in het donker verdwenen.

 

In de lucht kun je de sterren met twee handen tellen. De maan begint zo fel te schijnen dat ik me afvraag of ik me nog ervoor moet insmeren. Ze zet alle velden in een licht dat er schaduwen ontstaan. Ik ben dol op deze sfeer. In Goor doet me de spoorwegovergang denken aan vroeger. Mijn pa had op zoldertje in de schuur een miniatuurspoorbaan. Als kinderen was het fantastisch om te kijken. Eenmaal opgewarmd door een kacheltje was het vaak al tijd om te eten of naar bed te gaan. Op die spoorbaan bevond zich ook een groot stationsgebouw, ik droomde als kind hoe het zou zijn daar dat trappetje op te gaan, door de deur naar binnen, op één van die treinen te stappen en een reis maken. Nu dromen de kleinkinderen hiervan als we er zijn geweest, en vertellen ze me erover als ik ze naar bed doe. Ik voel me nu vrij dat ik deze reis kan maken. Met een ligfiets. De trein is een goedkope noodzaak geworden om thuis te komen.

Op de goede weg zuidwaarts. Onder andere de Paper kites - Revelator Eyes in mijn oren. Op mijn favoriete ritme fiets ik Neede en Eibergen door. Bij terrassen gedraag ik me, één keer is leuk. Dan de lange weg naar Winterswijk waar ik rond enen mezelf op een bijna verlaten stadscentrum op mijn eigen koffie heb getrakteerd. 

Ik banjer over een oude spoorroute naar Bocholt, het gaat niet als een trein zo in het donker met die smalle zandwegen. Het schiet aardig op. De mp3 staat uit om om de nachtelijke geluiden te kunnen horen. Ik hoor uilen, krekels en kikkers, zoemen van de banden, en het lied van de ketting door de buizen. Aan de verkeersborden zie ik dat ik inmiddels in Duitsland ben. Teasy one 4 leidt me al piepend door de stad Bocholt naar de B473, dat gaat wat sneller.

Wesel 4 uur 's morgens

Lekker aan de koffie.

Net voor Wesel volgende lafenis in een bushokje. In de stad haalt me een politiebusje in, terwijl ik op straat fiets in plaats van op de gewezen stoep. Kennelijk begrijpen ze me wel. En ze laten me gaan. De brug over de Rijn is gaaf verlicht in lichtblauw. Jammer dat ik geen foto kan maken. Ik draai de Rheinradweg op naar het zuiden. De lucht schemert, de maan is aan het verdwijnen. De wegen variëren van prachtig asfalt met verraderlijke gaten tot eindeloze klinkerwegen. Ik zie vakantiefietsers op een bankje slapen. Dat doet me beseffen dat ik weer slapen oversla en nu bewust werr een nacht aan het meemaken ben. De wegen zijn langer in Duitsland vind ik, het duurt langer voor je ergens bent. Gewoon rustig en geduldig doorfietsen is hier de boodschap. De eerste keren heb ik dat vlug moeten leren in dit land. Een eind verder bij Moers-Hamberg vind ik een bankje op de dijk. Terwijl ik daar zit op te laden voor de rest van de rit komt de zon boven de horizon voor mijn neus. Ik geniet. Een praatje met een man met hond. Hij zet me op de foto. De zonnebril op, insmeren, en door.

Ik verwar op de kaart een spoorbrug met een pont waarvan ik dacht dat hij zo vroeg niet zou varen. Voor de zekerheid brug eerder naar centrum van Duisburg door naar het zuiden. Overal, zelfs tot mijn eindbestemming, staan stepjes die je kunt pakken met een app. Ik zie er ook veel mee rijden. Een witte fiets, maar dan modern jasje. De meeste stoplichten lukt het me om me als gemiddelde Nederlander te gedragen, als het niet anders kan of politie staat stop ik, anders gok ik erop. Links niks, rechts niks, gas!

Naar Duisburg

Overal lui op stepjes

Dwars door Duitse steden.

Op zich wel leuk dat stedelijke voor een keer.

Baustelles voor fietsers

Düsseldorf

Zo fiets je er in een lange tunnel eronder door naar Wuppertal, zo fiets je erlangs de Rhein over. De A46.

De tijd vreet, vooral als je telkens weer opnieuw moet beginnen na een stop bij een of ander kruising. Na wat baustelles de volgende stad Düsseldorf. Ik manoeuvreer op een strook asfalt van 30 cm breed, tussen tramrails en geparkeerde auto's, liever dat dan de eeuwige gehobbel op de stoep. Aan de boulevard eet ik weer boterhammen en geniet van het uitzicht. Ik neem de brug parallel A46 naar de andere kant van de Rijn en kom weer in platteland. De zon begint aardig te bakken. Ik ben blij dat ik een witte polo heb aangedaan, en smeer me nog eens in, bij een school, in de schaduw net na oversteken van een tramhalte. De kinderen gaan hier weer naar school. Water aanvullen, ik ben met 2 en half liter begonnen. Kinderen wijzen naar mijn fiets, en ouders leggen uit. Ze zijn in elk geval niet voor niets naar school geweest vandaag. Ik zie Köln-zentrum 34 km aangegeven staan, ik haal keer adem en ga door. Even later 18 km. Wat fietsbewegwijzering betreft moeten ze nog veel leren hier. 

Lekker bruinbakken 30 plus...

Bij Dormagen moet ik aftanken en bijtanken, een Jet tankstation biedt me beide. De volgende 2,5 liter is aan de beurt. Keulen komt dichtbij, maar is nog ver weg. Ik moet eerst nog langs industrie, industrie en nog wat industrie. Gunst wat een ford fabrieken hier.

 

Aftanken en bijtanken

Rond het middaguur zie ik de kerktorens van de dom van Keulen opdoemen. Ik probeer tussen alle mensen door te fietsen op de kades van de rivier. Ik zet mijn fiets op de foto met de kerk, en parkeer hem in de bewaakte stalling bij het station 5 minuten verderop. Moet ik 2 keer dwars door stationsgebouw met al die meute, maar ik heb het ervoor over om de Dom van binnen te zien en alles aan fiets te behouden. Ik huiver op het plein van de armoede, niet alleen van de zwervers die zo ver mogelijk in de schaduw wegkruipen. Maar ook van de massa's die hier aan voorbij gaat om een kerk te bekijken, zonder te weten waar het werkelijk om draait in dit gebouw. Zachtjes zing en neurie ik wat geestelijke liederen en psalmen terwijl ik wat rond sjok. Een enkeling glimlacht en neuriet wat mee, ik ben toch niet helemaal de enige gelovige in deze mensenmassa. Terug koop ik een halve liter koel mineraalwater en vul weer bij.

Ik vind een bewaakte fietsenstalling waar personeel buiten staan te roken. Ik heb niets betaald. 

De Rhein vergezeld me weer als metgezel aan de linkerkant. Na de serie bij de Max heb ik wel ontzag gekregen voor deze rivier. Alleen stond het waterpeil erg laag nu. Het fietsen gaat best in de warmte, zolang je maar in beweging bent. Stiekem ben ik blij met de oostenwind die ik tegen heb nu de temperaturen ruim boven 30 graden zijn. In de schaduw is het helemaal lekker, maar hier lijkt het soms herfst met allemaal blaadjes op de grond.

 

 

Tijd voor de finale

Frank uit Zwitserland

Bij Wesseling zie ik een ligfietser. Hij begint enthousiast te zwaaien en ondanks de tikkende treintijden in mijn hoofd, maak ik een praatje met Frank uit Zwitserland die naar Nederland onderweg is. We zetten elkaar op de foto en schudden de hand. Dit laatste stuk voelt als een finale. Ik vul voor de laatste keer mijn bidon bij een autogarage met de deuren open. De monteur wenst me een mooie dag, had niet gehoeven want deze was al mooi. De ene mooie kerk volgt na de andere. Heuvels beginnen te glooien en ervaar dit stuk langs de Rijn als mooiste voor vandaag. Soms is het fietspad einde en moet je een steile helling op.

Ik neem afscheid van de rivier en ga voor de laatste keer in de laagste versnelling een heuvel op. Ik rij door mooi stadscentrum van Bonn. Tijd voor foto's gun ik me amper. Ik volg de borden Hauptbahnhof. En sta na bijna 260 km voor het gebouw van mijn jeugdherinneringen. Het miniatuurgebouw op de spoorbaan van mijn pa blijkt een replica van deze te zijn. Ik zet het op de foto om het bij mijn pa op zolder te hangen als herinnering. Met tranen in ogen loop ik met ligfiets en al het trappetje op. Koop een 9 euro ticket, en een dagkaart voor de fiets, en ik stap op de trein van 16:04 uur. Met wat stouwen, staan, praten, dommelen, overstappen, vertragingen en wachten sta ik 5 uur later in Enschede waar mijn broer staat te wachten met zijn auto en deels mijn eigen fietsendrager. Het is mooi geweest.

 

Hauptbahnhof Bonn.

De route was zo'n 260 km lang.