22 05 Zwartewaterklooster


Op de ligfiets voel ik me soms een passagier. Onder andere 's nachts. De lucht vol sterren, soms een flard maanlicht soms niet. Een voorzichtige maar krachtige start om alle gepieker en gedachten te laten voor wat het is. Geleid door een automatische piloot die alleen bij bepaalde geografische punten van koers wijzigt. De ligfiets voelt net een vliegtuig waar je bewegingen nauwelijks opmerkt. Als je kijkt, zie je voornamelijk niets of iets wat ervoor door moet gaan. Zwarte bomen die op spoken lijken. De koffie wordt bediend door steward Thermoskan, of deze de lafenis wordt gevonden bij een apparaat op een haven die je aandoet. In dit geval mijn werk, vestiging Zwolle rond de klok van 5. De ijverige schoonmaakster laat me niet eerder gaan dan met weer een schone spiegel aan mijn pet. Eenmaal weer vertrokken, en het licht het duister heeft verdreven, doen een paar spetters op de brillenglazen me balen en de schouders ophalen tegelijkertijd.

 

Ik twijfel welk water het is, volgens mij het Zwarte Water.

Op de ligfiets voel ik me soms een passagier. Ook 's morgens vroeg. Half 4 weg? Gewoon omdat het kan. Als een trein doe ik verschillende plaatsnamen aan, de een bekender als een andere. Grote steden, kleine gehuchten. Met of zonder herinneringen. Voorbeelden als Genne, Holten en Streukel. De boerderijen zijn te tellen. Ik fiets langs water. Ik ben aan het discussiëren met mezelf of het de Vecht of het Zwarte Water betreft. De kleur en vorm blijft hetzelfde. De boerderijen glippen stiekem en stil langs me heen zonder door een levende ziel te worden opgemerkt. Alleen de koeien in open stallen, of op de velden verraden dat ik niet alleen ben. De rest van de mensheid droomt nog. Alle onrust wordt weg gesnurkt. Auto's staan ongebruikt geparkeerd langs de straten. Bruggen ga ik over, viaducten onderdoor, de trein dendert maar verder over een smal aangelegd pad tussen de bomen. 

Gehucht Holten

Hasselt

Soms ben ik zo aan het genieten dat ik vergeet om me heen te kijken. Op mezelf na is de ruimte waar ik me begeef verder leeg. Het peinzen is afgezwakt tot een gemijmer. Ik luister naar de geluiden. De ketting door de buizen, het suizen van de banden. De eerste vogels die hun ochtendlied zingen. En het hobbelt alsmaar verder op weg naar het volgende.

Op de ligfiets voel ik me soms een passagier. De gordel hoef ik niet om vandaag. Ik kan me vrij bewegen. Mijn heuptas is gevuld met een telefoon waar de app route.nl me elke keer weer confronteert dat ik weer eens te lui was om de route uit te schrijven. Ik voel me als aan boord van een zeilschip. Constant langzame tred naar mooie havens. Hanzesteden als Hasselt, Genemuiden en Zwartsluis doe ik aan.

Het verveelt me nooit, dat fietsen.

Half uur wachten op de pont, in een zwart hokje, onderweg naar Zwartsluis, aan het Zwarte water, met een zwarte ligfiets.

Nadat ik er uur op heb moeten wachten, een half uur terwijl ik het achterband verwisselde, en een half uur in een hokje op de kade. Heel even maar heb ik echt de kalme baren onder mijn schoenen gevoeld op de pont onderweg naar het andere eind van de kabel. Bijna niemand merkt dat ik voorbij kom. Een enkeling kijkt me aan alsof ik van een andere planeet kom, de ander negeert me zus moet glimlachen zo steekt vriendelijk de hand op en wenst me goedemorgen. 

 

Voor € 1,60 stukkie varen...

Zwartewaterklooster

Op de ligfiets voel ik me soms een passagier. Ik hoef niet naar buiten te kijken want ik ben er al. Met diegene aan het stuur valt over de route te praten, te wijzigen als het echt moet. Links of rechts, ja wat zullen we doen? Een stukje van de route afsnijden? Of juist erbij? Welke boom vraagt erom? Veel overleg is er niet nodig, het is meestal stil onderweg. Een bezoek aan Zwartewaterklooster? Het kan gewoon zonder morren of tegenzin.

"..onder een decor van zon en wolken die strijden om boven me te zijn.."

Op de ligfiets voel ik me soms een passagier. Ik hoef niet naar buiten te kijken want ik ben er al. Met diegene aan het stuur valt over de route te praten, te wijzigen als het echt moet. Links of rechts, ja wat zullen we doen? Een stukje van de route afsnijden? Of juist erbij? Welke boom vraagt erom? Veel overleg is er niet nodig, het is meestal stil onderweg. Een bezoek aan Zwartewaterklooster? Het kan gewoon zonder morren of tegenzin. Een enkel bezoek aan een collega die onderweg vlakbij woont? Ook mogelijk. Gastvrij schenkt deze me verse koffie in en laat me praten. Daarna is het de fiets die me weer in bekendere gebieden laat belanden. Vogels als de grutto en kievit, die kwetteren om hun grut. Valken en buizerds die muizen vangen met hun klauwen terwijl ik er langs kom. Dit alles onder een decor van zon en wolken die strijden om boven me te zijn. De schaduwen van wolken die zelfs op de straat de weg proberen te wijzen.

 

Op de ligfiets voel ik me soms een passagier. Ja, waar naar toe? Waar ben ik naar onderweg? Wat is mijn doel? Eenmaal thuis klinken bekende kinderstemmen me in de oren en staat de jongste met de handen in de lucht terwijl ik gedachteloos de fiets parkeer. Deze passagier heeft na 120 km de bestemming bereikt. Ik ben thuis.